dinsdag 15 oktober 2013

Dag 8: Nationaal Park Pulau Tujuhbelas

Wat een topdag vandaag! We hebben gevaren en gedoken boven een paar prachtige koraalriffen voor de kust van Riung.

Dankzij airco en eigen lakenzak hebben we prima geslapen. De haan kraaide alleen wat vroeg maar ook daar trokken we ons weinig van aan. Het ontbijt hier leek hoopvol omdat er broodjes op tafel stonden, maar het bleken van die gortdroge dingen te zijn waarvan je je afvraagt of die ooit vers zijn geweest. Met wat thee twee van die droge krengen met jam en pasta weggewerkt. Toen de spullen bijeen gepakt voor een dagje op zee. Varen en duiken in nationaal park Pulau Tujuhbelas stond op het programma.

Aan het eind van de weg stonden wat houten huizen op palen die afhankelijk van het getij nat of droog staan. Zo gammel en scheef als wat, maar wel een joekel van een schotelantenne om Pauw & Witteman op BVN te kijken gok ik. Aan de kade lagen een tiental langwerpige houten bootje met - gelukkig - een dak erop. Er zat een verrassend sterke (en luidruchtige) dieselmotor in zodat we met flinke snelheid richting eerste bijzondere punt voeren: Vleermuiseiland. De doden mangrove bomen daar hingen vol met duizende vliegen honden. Onze bemanning slaakte een paar oerwoudkreten om die beesten aan het vliegen te krijgen. Een tikje fout vanuit natuurbeheersingsoogpunt, maar het gaf wel een enorm spektakel toen ze eenmaal los kwamen van hun hangplek. Soort van Hitchcock effect. 

We voeren verder naar een paar van de 17 eilandjes (het zijn er in werkelijkheid meer, maar 17 klinkt beter in dit land vanwege de dag van de revolutie). Bij een boei midden op zee mochten we onze duikbril en snorkel voor het eerst uitproberen. Dat was even wennen en letterlijk gelijk in het diepe. Ik schat zo'n 3-4 meter diep onder ons was een mooi koraalrif met kleine visjes. Eerste test ook voor de GoPro. Bij het volgende eiland legden we aan het strand aan zodat het makkelijker voor ons was. Daar stalen vooral prachtige grote zeesterren de show. Ze leken we van gebakken steen, maar het bleek toch echt te leven. Iets dieper in zee troffen we nog grotere knalblauwe exemplaren en nog veel meer kleurrijke vissen en koraal.

Laatste duikplek was nog fraaier. Bij een langwerpig eiland legden we aan en terwijl onze bemanning en gids de lunch voorbereidden gingen wij weer te water. Het was hier heel erg ondiep, hooguit een halve meter en dat was best lastig bij het koraal als je met een GoPro zwemt en je snorkel af en toe water hapt. Een keertje mijn knie gestoten maar ook wel heel mooie filmpjes en foto's gemaakt. Helemaal bij het grensvlak van ondiep koraal met de echte diepe zee. Daar zagen we bij helblauw koraal grote scholen vissen in allerlei kleuren. Zoiets heb ik nog nooit zelf eerder gezien. De bootjes met Nederlands en Duits stel waren inmiddels weer vertrokken zodat we het eiland helemaal voor ons alleen hadden. Op een vuurtje werden drie grote vissen (snappers) gebraden en met rijst, mie, groente, salade en kroepoek was het een toplunch die we met bord op schoot zittend op een boomstam genoten.

Op het strand verzamelden we nog prachtige schelpen. Tot onze verbijstering ligt het eiland ook vol met afval. Je zou toch denken dat een nationaal park probeert dat schoon te houden, maar ik geloof dat dat westerse normen zijn die hier niet gelden. Om kwart voor drie waren we terug in de haven van Riung. Wandelend verkenden we dit deel van het dorp dat echt in alles lijkt op een dorp in de tropen. Gammele huisjes, palmen met cocosnoten, kapokbomen, kippen, geiten, een paar koeien en loslopende kinderen. De meeste winkeltjes verkopen hetzelfde, sigaretten, water en vooral verpakte spullen. Water hadden we wel nodig, want ondanks de bewolking, hebben we vandaag flink wat vocht verloren. We zijn ook aardig bijgekleurd hoewel we met t-shirt aan gezwommen hebben om niet helemaal in een kreeft te veranderen.

Toen was het tijd om fietsen te stelen, althans dat zegt onze gids Yudi. Maar omdat je hier bar weinig rijwielen ziet, gingen we die van ons eindelijk maar eens monteren en instellen. Met het nodige gesleutel hebben we nu allemaal een werkend exemplaar, hoewel de versnellingskabel van Robert's huurfiets kaduuk is. Nou is het middelste voorblad ook het meest nuttige, dus hij lijkt er vooralsnog aardig mee te kunnen rijden. Een proefritje door Riung gaf al aan wat ons te wachten staat. Overal zwaaiende en groetende kinderen. Wie heeft ze dat 'Hello mister!' eigenlijk geleerd vraag ik me af, maar het klinkt vrolijk en is zeker goed bedoeld.

Morgen kunnen we dus eindelijk los op de fiets. Op het programma staat een rit naar het hoger gelegen Bajawa (spreek uit baJAwa). En eenmaal daar, nog een ommetje naar het traditionele dorp Bena. We moeten nog kijken wel deel we gaan fietsen en welk deel met de auto, al voorspel ik dat Koos de auto de komende week niet veel gaat zien. Die moet nog even de Lion Air frustratie van zich af trappen. Arme trappers.

1 opmerking:

  1. Robert,
    Je bent aangenomen op de stoel waar je op gesolliciteerd hebt.
    Gefeliciteerd. Iedereen binnen PIV heeft een nieuwe plek.

    BeantwoordenVerwijderen