Vergeleken bij de 'militaire operatie' in de VS stelde de immigratie en douane weinig voor. Omdat we door de APEC conferentie een extra lange overstap hadden werden we opgewacht door twee vrolijke kerels. Zij brachten ons eerst naar hun guesthouse, een tikje sobere tent in een chaotische straat vlakbij het vliegveld. Het opfrissen sloegen Robert en ik dan ook maar over met oog op de warme tour door Jakarta. Na een eenvoudige maar voedzame lunch reden ze ons richting stad. Dat was kort maar hevig. Een heksenketel qua verkeer, het aantal rijbanen was variabel en de claxon een onmisbaar hulpmiddel om je een weg te banen. Links en rechts stoven scooters voorbij, soms met hele gezinnen erop. Na een uur werden we gedropt bij 'Pearl Harbour', de oude haven die officieel Sunda Kelapa heet. Hier worden de houten vrachtschepen met de hand geladen en gelost. Koos heeft ze - tot hilariteit van de locals - nog even geholpen met het laden van dozen Sambal. Veel bedrijvigheid hier en duidelijk dat mankracht weinig tot niets kost, want heel efficient ging het allemaal niet.
Bij de pinautomaat werden we op slag miljonair, maar daar is in Indonesie niet heel veel voor nodig. 15000 rupia is ongeveer 1 euro, dus dan gaat het hard. Volgende stop was het Fatahillaplein, waar de sfeer van oud Batavia nog rondhing bij het Gouverneurshuis, Cafe Batavia en Museum Wayang gevestigd in een oude kerk. De klamme warmte was in de schaduw en wind wel uit te houden, maar toch even wennen na alle airco's. Tussen ontelbare scooters wurmden onze chauffeurs zich richting het nieuwe stadscentrum. Robert wilde nog een t-shirt kopen bij het Hard Rock Cafe maar dat reisdoel werd niet bereikt vanwege demonstraties op een aantal pleinen. Die waren zo te zien tegen de APEC gericht. Maar we hadden wel een indruk gekregen van het oude en het nieuwe Jakarta, een chaotische stad met 18 miljoen inwoners ... gelukkig hoefden we hier niet te fietsen. Terug op het vliegveld had Koos zijn omrekeningsfactor nog niet helemaal scherp en beloonde onze gidsen zodanig dat ze nu nog gierend door de stad scheuren.
*** De etappe naar Bali verliep wat moeizamer ... we zouden al later vliegen omdat het vliegveld van Denpasar dicht was vanwege de APEC conferentie, maar dat werd uiteindelijk nog 3 uur later. Lichtelijk slaapwandelend gingen we uiteindelijk aan boord van een nieuwe en ruime Airbus 323-300. Na een vluchtje van 1,5 uur zetten we voet aan wal op Bali. Tot onze verrassing zagen we onze bagage en fietsdozen daar ook weer terug. Het was wel goed dat we ze flink ingepakt hadden, want er was aardig ruw mee omgegaan zo te zien. Bij de uitgang kwam iemand op ons af 'Piti Pakanti' roepend. Ik kon daar niet veel van maken, maar toen hij het over zes fietsers had geloofde ik wel dat hij 'onze' man was. Op zijn bordje bleek "Fiets Vakantie Florest" te staan. Fietsen en bagage gingen op een open wagen en 10 minuten later stonden we bij Hotel Palm Beach in Tuban. Tuban is een kustplaats die overgaat in het bekendere Kuta. Het was hier alweer middernacht en dus te donker om veel te zien, maar het hotel is prima en de golven horen we klotsen. Daar hebben we morgen de tijd voor, want alweer door de APEC is onze vlucht naar Flores een dag vertraagd. Het infietsen in Maumere zal er dus wellicht bij inschieten, maar we hebben we een dag om te acclimatiseren in Bali erbij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten